Poortugaal - Hoogvliet - Pernis - 't Harde - Zwijndrecht - Nummer Een

Pernis 1863-1977 II: Jan Bastiaan

Na het overlijden van Adrianus bleef Jan Bastiaan in de familie-tuinderij werken, samen met zijn oudere broer Thijs. Met paard Lauwtje voor de wagen brachten ze elke week hun producten naar de veiling aan de Nieuwedijk, waar vader Adrianus vroeger in de winter al kisten had getimmerd. De aardbeien die de beide broers kweekten kon je volgens de overlevering zonder suiker eten.1
In 1937 trouwde Jan Bastiaan met Jannetje Meyboom uit het naburige Poortugaal. Hij was toen al 33, zij 21. Jan Bas had al een oogje op haar gehad sinds haar zestiende. Van haar moeder had hij toen echter te horen gekregen dat het meisje nog veel te jong was en dat hij later nog maar eens terug moest komen. Eenmaal getrouwd ging het paar wonen in het oude huis van Adrianus aan de Ring. Inmiddels huurden ze dit van Pieter de Winter (geen familie), aan wie het huis verkocht was toen broer Janus naar Canada vertrok. Broer Thijs woonde bij hen in.
Thijs, Lauwtje en Jan Bastiaan
voor de haven van Pernis
Jan Bastiaan en Jannetje

Als tuinders had de oorlog geen grote implicaties voor de familie - ook tijdens de hongerwinter was er genoeg te eten. Jannetje en Jan Bastiaan kregen in deze jaren vier kinderen; Geertruida Francina, Francina Geertje, Adrianus en als laatste op 8 oktober 1946 Willem, onze pater familias.2

In 1948 of 1949 raakten Jan Bastiaan en Thijs hun pachtgronden kwijt vanwege de uitbreiding van de Shell-raffinaderijen, die steeds meer het karakter van Pernis bepaalden. Tegenwoordig loopt het talud van de Beatrixtunnel over de plek waar de broers vroeger tuinierden. Om het dagelijks brood te verdienen trad Jan Bastiaan in dienst bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) in het buurdorp Heijplaat. Officeel stond hij hier te boek als hulpkoperslager: in de praktijk vervulde hij de rol van manusje van alles. Erg naar zijn zin had hij het bij de droogdokmaatschappij niet: zijn hart lag toch meer bij de tuinen. Zoon Willem herinnert zich hoe hij soms een liedje zong als hij thuiskwam van zijn werk: 'Niemand weet hoe die tralies kwellen, hoe je de uren, minuten zit te tellen'.
‹‹ terugverder ››

1 Deze en andere gegevens ontleend aan mondelinge uitspraken van Willem van Luijk.2 Doop- en Begrafenisregister van de Gereformeerde Kerk te Pernis, entreeno's 4111, 4292, 4389.